Meer dan 165 jaar Roetgerink - De Koffiekökk'n
In 2019 vierden wij ons 165-jarig jubileum. Ter gelegenheid van deze bijzondere mijlpaal deelden wij korte verhalen van medewerkers en/of familieleden waarin zij u meenamen in 165 jaar Roetgerink. De begrippen “passie” en “familiegevoel” zijn belangrijk in het succes van 165 jaar Roetgerink en zijn dan ook de leidraad in deze verhalen.
In de derde “165 jaar Passie Story” maakt u kennis met drie gastvrouwen van onze Koffiekökk’n: Miranda, Beppie en Leidy. Vanaf dag één trakteren wij klanten op een gratis kopje koffie, eerst bij de familie thuis, toen in het café en later in de winkel. Onze gastvrouwen weten als geen ander dat deze jarenlange
traditie, waarbij huiselijkheid en gastvrijheid centraal staan, belangrijk is voor Roetgerink.
Miranda is in 1994 in onze Koffiekökk’n begonnen en vierde in de zomer van 2019 haar 25-jarig jubileum. Beppie kwam in 2000 het team versterken en werkt in september van 2019 alweer 19 jaar bij Roetgerink. Leidy begon in 2008 in de Koffiekökk’n en is inmiddels al bijna 11 jaar onze gastvrouw. Beppie en Leidy zijn inmiddels al fijn van hun welverdiende (pre-)pensioen aan het genieten. Maar voor deze gelegenheid deelden zij graag met u wat Roetgerink voor hen betekent.
Meer dan 165 jaar familie
De huiselijke sfeer van de Koffiekökk’n, gezelligheid tussen collega’s, het bezoek van familieleden. Familiegevoel is voor Miranda, Beppie en Leidy een belangrijk onderdeel van Roetgerink.
Miranda: “Het familiegevoel betekent voor mij de herinneringen aan familieleden. Zo mis ik Jan nog altijd. Jan is de broer van Paul, Marcel en Engelien (
zie story 1). Hij overleed in 2017. 23 jaar lang kwam hij ons altijd een bezoekje brengen. In het begin, toen hij zelf nog werkte, kwam hij misschien één keer per week langs. Later kwam hij iedere dag. Gewoon even om een praatje te maken. Hij vroeg áltijd hoe het met je was. Jan maakte dat huiselijke, het familiegevoel in de Koffiekökk’n. Annie, de moeder van Paul, Marcel en Engelien (
zie story 1), was er vroeger ook vaak. En toen wij in de Koffiekökk’n nog geen wasmachine hadden deed zij voor ons de was. Eén keer per week brachten we een mand vol wasgoed naar het ouderlijk huis. Een paar dagen later kregen we een telefoontje dat alles weer schoon was. We kregen het gevouwen en gestreken mee terug.”
Beppie: “Voor mij zit familiegevoel hem in de sfeer onderling. Iedereen is heel sociaal en collegiaal. Familiegevoel zit voor mij ook in herinneringen aan de familie Roetgering. Zo weet ik nog goed dat de moeder van Paul (huidig directeur,
zie story 1) tot haar overlijden in 2006 iedere dag langskwam. Dan ging ze aan de grote tafel zitten en hield ze alles in de gaten. Als het even kon gingen we gezellig bij haar zitten, even een praatje maken. Ook klanten kenden haar en schoven bij Annie aan voor een goed gesprek.”
Leidy: “Wij zijn meer een beetje de huiskamer van Roetgerink. Wij hebben niet alleen veel contact met de klanten, maar we hebben eigenlijk ook wel een sterke band met alle collega’s van alle afdelingen. Iedereen komt bij ons. De een is blij, de ander huilt. Soms komt er iemand binnen die hartstikke verdrietig is en die troost je dan. De andere keer komt er iemand met vrolijk nieuws, bijvoorbeeld een zwangerschap. We gaan altijd even met elkaar zitten en daarna gaan de schouders er weer onder. Dat is voor mij het familiegevoel.”